[Bestanden][Demo][IPR][Beschrijving en toepassing][Literatuur]

Bestanden

Het corpus bestaat uit een bronnenbank met ca. 19.000 digitale beelden.

De beeldbestanden worden aangeboden in Jpeg-formaat (300 dpi - grijswaarden).

Demo

De beeldbestanden zijn geïndexeerd en kunnen interactief worden bevraagd in een eenvoudige zoekomgeving. In eerste instantie worden volgende zoekcriteria aangeboden:

Op basis van beide zoekcriteria worden zoekresultaten aangeboden als een lijst met verwijzingen naar de scans van de relevante pagina's in de geselecteerde schriftjes. Zoekresultaten kunnen worden geordend volgens plaatsnaam, Kloeke-code, of lemma. De scans kunnen worden vergroot en verkleind voor gedetailleerde visuele studie van de antwoorden van de respondenten van de enquête. Dat kan door middel van een knoppenbalk die bovenaan de afbeelding wordt gepresenteerd, of door met de computermuis te 'scrollen' wanneer de aanwijzer zich boven de afbeelding bevindt.

Deze demo wordt uitdrukkelijk gepresenteerd als een voorlopige versie voor geïnteresseerde onderzoekers. Suggesties voor verbetering kunnen worden gemaild naar ctb@kantl.be. In de toekomst wordt uitbreiding voorzien op twee vlakken:

Intellectuele eigendomsrechten

Het corpus en alle technische documentatie worden gepubliceerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0 licentie (Attribution-ShareAlike 3.0):

De gebruiker mag:

Onder de volgende voorwaarden:

Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0

Beschrijving en toepassing

Pieter Willems (Maastricht, °1840- Leuven, 1898) werd in 1864 docent klassieke filologie aan de KULeuven. Bij de oprichting van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde in 1886 was Willems een van de eerste leden en werd hij gekozen tot de eerste voorzitter van de Academie. Willems had bijzonder veel aandacht voor de dialectstudie. Deze interesse bracht hem ertoe een grootse taalenquête op te zetten. Deze enquête bestaat uit een omstandige vragenbundel (59 blz.) die aan informanten (priesters, onderwijzers) in heel Vlaanderen (inclusief Frans-Vlaanderen, de zuidelijke provincies van Nederland, en een ruime strook van het Rijnland) werd voorgelegd. De informanten kregen de opdracht de lokale bevolking te bevragen over hoe bepaalde woorden/zinnen/uitdrukkingen in het plaatselijke dialect gerealiseerd werden.

Elke enquête is een schriftje van 59 pagina's waarin Willems stroken kleefde waarop een 4200-tal lemmata in het standaard Nederlands waren gedrukt. Gegroepeerd in 32 instructies werden verschillende morfologische en syntactische aspecten over deze lemmata bevraagd, wat voor een volledig ingevulde enquête maar liefst 15.000 antwoorden oplevert. Het bewaarde corpus bestaat uit 351 ingevulde vragenlijsten, of 8 strekkende meter taalkundig archiefmateriaal. Tot dit materiaal behoren ook Willems' notities bij de vorderingen van het onderzoek.

Willems is met dit ‘veldwerk’ in en buiten Vlaanderen een pionier inzake dialectonderzoek én antropoloog avant la lettre. Nochtans heeft hij de analyse van dit groots opgezette werk nooit kunnen afronden. Het dialectmateriaal Willems werd in 1908 door de familie aan de KANTL geschonken onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het 'materiaal der Nederlandsche dialecten' ter beschikking moest worden gesteld aan specialisten. In de 20ste eeuw heeft dit dialectmateriaal de data geleverd voor een groot aantal studies, artikels, lezingen en papers. Om de archiefbescheiden fysiek te 'ontlasten' werden ze in de jaren 1970 integraal op microfiche opgenomen. Die microfilm-opnames vormden de basis voor de huidige digitale versie van het corpus.

Dit corpus biedt een primaire ontsluiting van het originele archiefmateriaal.

De publicatie van het corpus dient de volgende doelstellingen:

Literatuur